Drukte om niets

Was vouwen, eten koken, kerstboom optuigen, schuur opruimen, column schrijven, kerstmenu samenstellen, zaterdagse voetballogistiek, vuurwerk kopen, werken, hockeyen, huis aan kant, blog schrijven, strijken, seniele kat verzorgen, boodschappen doen, drie kinderen op drie scholen, O&N, administratie, een spelletje met de kinderen, tuin onderhouden, opvoeden.

Ik ben er vaak druk mee. Mijn actielijst is lang en dan ben ik ook nog zo’n iemand die het liefst alles aan het eind van de dag wil afvinken. Dat lukt natuurlijk niet. En dat frustreert soms. En vreemd genoeg ben ik de enige die me die druk oplegt. Ik moet veel van mezelf. Dat gaat soms gehaast en ten koste van mijn kinderen en mezelf. ‘Iets niet doen’ is ook waardevol. Veel dingen kunnen vaak ook best even wachten. Daar word ik steeds beter in. Even iets niet doen. Wil je een voorbeeld? Deze blog!

[.….]

Tot de volgende!

Bad cop

‘Maar mijn vader zit bij de politie…’, zei ik als kind als ik een klasgenootje in een ruzie moest overklassen. Tegenwoordig ga ik er heel anders mee om: stampvoeten! Helemaal nieuw. Ik beheers de kunst van het stampvoeten. De kinderen lachen er schamper om. Vreemd, want zij zijn immers het onderwerp van mijn haast onbeheersbare boosheid. Stem verheffen, dat kon ik al goed, maar daar is stampvoeten bijgekomen. Oh, en ik kan ook heel hard met deuren slaan, echt hard – zo nu en dan. Het is de frustratie dat iets niet lukt, of snel genoeg gaat: ‘ik heb maar zoveel tijd, schiet eens op!’ Ik meet mijn kinderen aan mijn eigen hoge tempo en dat is niet eerlijk. Toch doe ik het, al twee jaar lang.

Vroeger wisselden we elkaar af. Als de ene ouder ziedend was op een kind, dan kon de andere het overnemen met een ‘goed gesprek’, een soort ‘good cop, bad cop’ principe. Dat kan nu niet meer. Ik ben de enige die heel boos wordt. En met regelmaat. Het ligt heus niet altijd aan mij, mijn kinderen kunnen best vervelend zijn, en het ligt ook heus niet altijd aan de kinderen, pappa heeft namelijk best vaak een kort lontje. Dat komt omdat pappa het allemaal heel goed wil doen en omdat papa het allemaal zelf wil kunnen. De lat ligt hoog en dan valt het gewoon wat zwaarder om met tegenslagen om te gaan.

Ik word sneller boos en daar baal ik van. Als we toch allemaal ons stinkende best doen om het beste er van te maken, dan hebben mijn kinderen toch meer credits verdiend? Jazeker, maar toch merk ik dat ik soms haast onredelijk ben. ‘Ik wil ook een leuker vader zijn’, zeg ik dan, ‘maar daar moet jij me wel bij helpen. Als jij de boel nou eens zou opruimen, dan hoef ik niet zo uit mijn plaat te gaan.’ Zeg nou zelf. Ik word dan ook vaak boos op Claar. Omdat ik alleen voor sta. Omdat zij niet de ‘good cop’ komt spelen, omdat zij me niet meer vertelt dat ik me druk maak om niks. Omdat mijn kinderen me moeten corrigeren, terwijl dat hun rol niet is.

Ik schaam me ook altijd als ik zo luid ben geweest. Ik probeer het de kinderen ook uit te leggen waar de frustratie zit, na afloop. Dan doe ik een beroep op hun inlevingsvermogen en zoek ik verontschuldigingen voor mijn gedrag. De afgelopen twee jaar ben ik veranderd van een ‘ouder van’ naar een ‘ouder met’ kinderen. We moeten het samen doen. Mijn huishouden is een team en als team werk je samen, voor het beste resultaat. Maar soms heb ik een offday, of is een teamlid geblesseerd en dan zijn we kwetsbaar, dreigen we te verliezen en dan verlies ik het geduld, stampvoetend.

‘Wat doe je het toch goed’, hoor ik geregeld. Klopt, ik doe een boel goed, maar er kan ook nog een boel beter. De kinderen hebben met mij van doen en moeten het zonder moeder doen. De balans is weg en de Yang heeft het voor het zeggen. En Yang heeft een boel van zijn geduld verruilt voor tempo en efficiëntie, omdat hij het nodig vindt (of nodig heeft).

De kinderen doen heel veel goed. Er gaat meer goed dan mis. En dat probeer ik ook te bevestigen, maar toch word ik nog steeds boos. Het kan allemaal heus wat milder. Even tot tien tellen? Een blokje om? Even in de auto blijven zitten en een muziekje afluisteren voor je de zooi in je huis aantreft? Het lukt me haast nooit. Geen tijd. Het moet snel en zoals ik wil. Ik ga snel van ergernis naar boosheid. En ruzies, die wil ik snel oplossen, terwijl ik weet dat ik met mijn boze gedrag elke keer voor de langzaamste oplossing kies, en de minst verbindende. Lucas pareert mijn boosheid inmiddels met ‘dat snap ik’ en ‘ik kan me voorstellen, dat jij dat vindt’, hoe knap is dat? Meebewegen. Om van het gezeur af te zijn. Max wordt bij ruzies emotioneel en laat mij ook geregeld en met steekhoudende argumenten zien dat ik overdrijf, onredelijk ben. En Catho moet huilen of loopt boos weg. ‘Wat doe je het toch goed…’. Wat doen zij het toch goed!

Ik weet ondertussen dat het geen zin heeft om hele lange discussies te voeren met kinderen of om veel punten te maken. Ze haken af en dan kan je hele horlepiep stampvoeten, maar komt er niks meer binnen. Het lukt me soms om me bozig terug te trekken uit een discussie, om vervolgens het gesprek aan te gaan. Omdat ik weet dat ik mezelf verlies, of omdat ik weet dat het verwijtbaar deel van de discussie meer bij mijn frustratie of onvermogen ligt dan bij deze onachtzame pubers en startende tiener. Het lukt me heus niet altijd, maar af en toe wel. En praten levert me altijd meer op. Uiteraard.

‘Mijn vader zit bij de politie..’ Tuurlijk, maar laat me dan vooral die ‘good cop’ zijn.

Met medeleven

De moeder van Julliette, de vader van Heemskerk, een vader van een collega en nu de man van Margreet. Terwijl ik de parkeerplaats opdraai bedenk ik me hoe vaak ik nu al bij dit crematorium ben geweest. Ik stoot mijn oudste zoon Lucas aan. ‘Kijk, daar loopt je voetbalteam, stap maar vast uit’. De jongen pakt de twee bloemen van de achterbank en voegt zich bij het ploegje. Ze zien er allemaal ‘doe-ff-wat-nets-aan’ keurig uit. Ik parkeer de auto.

De man van Margreet, Jan-Willem is onlangs overleden aan Frontotemporale Dementie (FTD), na een ziektebed van zeven jaar. Veel te jong natuurlijk. Vandaag is het tijd om afscheid te nemen. De wachtruimte puilt uit. ‘Als je jong overlijdt dan ben je in elk geval verzekerd van een volle zaal’, bedenk ik me. Sommige mensen moeten zelfs staan. Lucas zit met zijn teamgenoten in het midden van de zaal. Hij is er voor de zoon van Margreet, maar ook een beetje voor mij. Want met hem erbij kan ik me, als vader van, wat beter verhouden tot deze uitvaart.

Ik zit op het balkon en aanschouw. Als de kist en de familie binnenkomen, krijg ik een brok in mijn keel. Zo’n soort kist had Claar ook, of vergis ik me nu en zie ik dingen die er niet zijn? ‘Het gaat niet om mij. Het gaat niet om mij’, prent ik me in. Ik ben nooit goed geweest in uitvaarten, maar sinds Claar herleef ik de emotie van haar crematie dan nog nadrukkelijker. De kist ligt bezaait met mooie kleurrijke bloemen en voor de kist branden 6 kleuren kaarsen. Ik kende Jan-Willem eigenlijk helemaal niet zo goed, maar zijn familie en vrienden herinneren hem in prachtige woorden. Foto’s, muziek en filmmomenten nemen ons mee naar zijn leven en de grootse kleine anekdotes geven hem kleur. Jan-Willem krijgt vorm en wordt een man, vader, broer, zoon en vriend.

Ik kijk naar mijn zoon. Hoe gaat het met hem? Hoe gaat hij om met zo’n eerste crematie na zijn moeder? Lucas gaapt onbedaarlijk. ‘Hand voor je mond!’, denk ik hem toe vanaf het balkon. Hij gaat verzitten en frummelt aan de bloemen in zijn hand. Voor iemand die niet stil kan zitten, houdt hij het echt goed vol. Ik voel me verdrietig, om de pijn van het voelbare verdriet, maar ook om mij. Het gaat niet om mij…. Gelul, het gaat tuurlijk om mij. En om Lucas. We nemen afscheid van Jan-Willem, maar tegelijkertijd nemen we ook weer afscheid van Claar. Alweer, verdomme!

Na de dienst is er een gezellige borrel met lekkere hapjes. Lucas hangt met zijn matties en ik socialize met mensen die ik al een tijdje niet meer gesproken heb. Ik merk dat ik veel vertel. Het gaat om mij en dat vind ik prettig, omdat het me wegduwt bij mijn echte gevoel. Lucas blijft, maar ik moet gaan. En als ik naar huis rij, merk ik dat ik me ineens heel boos voel. Boos op het lot. Wat een onrecht! Voor Margreet, Renée en Jord, voor Claar, voor Lucas, voor Max en Catho, maar vooral ook voor mezelf.

Boos en verdriet liggen heel dicht bij elkaar. Ik ben gewoon heel erg verdrietig geworden. Weer heel dichtbij dat gevoel van ‘heel erg en voor altijd missen’ geweest. Uitvaarten zijn bijzonder. Het gaat om andere mensen, maar bij mij gaat het ook heel erg om mij. Het brengt me dichter bij mijn gevoel, een gevoel dat ik nog vaak verdring. Het dwingt me tot de pijn als een vreemdsoortige manier van zelfkastijding. En op het moment dat ik bedenk dat pijn voelen juist een goede zaak is, omarmen in plaats van wegdrukken, ebt het weg.

Bij thuiskomst vraag ik Lucas hoe hij het heeft ervaren. Hij heeft ook veel aan zijn moeder gedacht, maar verder was het ‘prima hoor’. Een man van weinig woorden. Fijn dat hij ook aan zijn moeder heeft gedacht, dan ging het bij hem ook om hem. Even in contact met zijn verdriet. In een bericht op Facebook bedankt Margreet voor alle liefde en aandacht die ze de afgelopen tijd hebben gevoeld. Ze sluit af met ‘En nu gaat het ‘normale leven’ weer verder!’ En zo is het.

 

Houdbaarheid

In mijn koelkast staat een onaangebroken flesje tomatensap van Big Tom. Het is een pittig gekruide tomatenmix. ‘Schud een paar seconden voor gebruik en drink gekoeld, of voeg ijs en een royale shot vodka toe, garneer met een takje selderij voor de allerbeste Bloody Mary…

Ik weet niet of het merk nog bestaat, maar de inhoud is tenminste houdbaar tot 31 december vorig jaar. Het is één van de laatste producten die Claar in de Albert Heijn heeft gekocht - of dat heb ik er van gemaakt, dat weet ik niet meer precies. In elk geval staat het symbool voor de tijd dat Claar er nog was. Ik heb het altijd vreemd en treurig gevonden dat deze fles tomatensap met expiratiedatum 2018 het langer heeft volgehouden dan Claar.

Ik weet niet meer of het dezelfde dag was, maar daags, of kort na haar overlijden hebben we de toiletsteun op de eerste verdieping verwijderd. Op initiatief van Lucas en ik vond het een goed idee. Ook de bedsteun en andere hulpstukken verdwenen naar de schuur. Ze herinnerden ons aan een periode van een moeder zonder kracht aan een tijd dat Claar Claar niet meer kon zijn, de energie niet meer had en qua uiterlijk ook flink veranderd was. We wilden de oude Claar terug in onze gedachten, de energieke vrouw en moeder en deze objecten stonden dat in de weg. Ik was zó trots op hem. Het voelde als een noodzakelijke frisse wind. Alleen het handvat op de trap, die ik -na veel zeuren- pas een paar weken voor haar overlijden plaatste, hangt er nog steeds. Ik mijd die greep nog elke dag.

Mijn huis staat natuurlijk nog vol met spullen van Claar, van ons. De voorraadkast ook. Maar juist de vergankelijke producten herinneren me sterk aan vóór en ná. Producten die normaal het eind van de week niet zouden halen en die veel korter meegaan dan een mensenleven staat stof te vangen in mijn voorraadkast. Allemaal spullen die Claar heeft gekocht, of wij samen, eten dat we samen nog zouden eten. Het voelt oneerlijk. Waarom ‘leeft’ dit blikje tonijn nog wel en waarom lachen al Claar’s kruiden me nog wel toe? Waar is de persoon die het allemaal in huis heeft gehaald? Waarom kreeg zij niet de tijd om het ook allemaal op te maken? Ze doen me regelmatig verlangen naar de momenten dat we simpele beslissingen namen en dat het leven nog levendig was. En samen. ‘Hee, zullen we deze tomatensap kopen? Best lekker toch, weer een keer, een Bloody Mary?’ Tuurlijk, waarom niet? We hebben tot eind 2018 om te bepalen wanneer we daar precies zin in hebben.’ Houdbaarheid versus vergankelijkheid.

De tomatensap herinnert en markeert het leven voor Claar’s dood en het leven er na. Ik word wel eens boos op Claar, in gedachten. Vervolgens op wat haar is aangedaan, door de kanker. Boos, omdat alles nu op mij aankomt, dat ik het allemaal goed moet doen, dat ik alles moet beslissen, dat ik single-point-of-failure ben. Dat ik nu alleen drie kinderen opvoed. Ik verantwoordelijk ben voor de opvoeding, 1op1-tijd, opleidingen, huisregels, gedragsregels, voorlichting, vakanties, financiën, boodschappen noem maar op. Dan baal ik ervan dat ik met drie verschillende scholen schakel en in mijn uppie drie ouderavonden bezoek. Dan verlang ik terug naar de samenspraak die we hadden. Toen alles nog overzichtelijk en simpel leek. Dat konden we goed, to-the-point. Even kort overleg, even afstemmen en dan snel weer door; ‘Bloody Mary? Goed idee, neem maar mee die tomatensap’…

 

Afkijken

Rio Gavin Ferdinand is een oud-voetballer uit Engeland. Hij speelde onder meer voor West Ham United, Bournemouth, Leeds United, Manchester United en Queens Park Rangers. Zes titels en een Champions League staan op zijn palmares. Gedurende zijn voetbalcarrière kwam Ferdinand 81 keer voor het Engelse elftal uit.

Ik heb de voetballer Rio Ferdinand heus wel voorbij zien rennen tijdens wedstrijden, maar nooit actief gevolgd. Hij kwam bij mij eigenlijk pas in beeld toen hij al was gestopt met voetballen. Letterlijk, want Rio was het onderwerp van een BBC-documentaire ‘Being Mum and Dad’ uit 2017. Rio verloor zijn vrouw Rebecca aan borstkanker in 2015 en stond er alleen voor met drie kinderen van (op dat moment) 11, 9 en 5 jaar. De documentaire volgt Rio terwijl hij, op zoek naar houvast, gesprekken aanknoopt met therapeuten en lotgenoten.

Na het overlijden van Claar zocht ik ook houvast. Hoe geef je ruimte aan het verdriet van je kinderen, naast het verdriet van jezelf. Maar wat graag had ik het handboek voor de achterblijver gelezen, maar die is er niet. Dus las ik zoveel mogelijk boeken van deskundigen en lotgenoten. Ik wilde begrijpen, leren en met name de kunst afkijken. Mijn strategie: ‘goede ideeën’ en ‘wat werkt’ van lotgenoten overnemen en toepassen op je eigen gezin.

Toen Catho een keer huilend uit haar bed kwam omdat ze haar moeder miste, kwamen de jongens er snel achteraan. Het was al laat, ik was moe en ik zat met een bank vol huilende kinderen. Ik wilde ruimte maken voor verdriet, maar keek ook met een schuin oog op de klok. Het verdriet mocht er heus zijn, maar al snel vroeg ik mijn kinderen wie de leukste herinnering van mama wist te bedenken, want ‘de leukste herinnering wint’. Ik probeerde het verdriet om te draaien in iets positiefs en maakte er vreemd genoeg een wedstrijdje van. Op het moment voelde het als een slimme oplossing om het verdriet het hoofd te bieden met leuke herinneringen om de kinderen snel en met een goed gevoel weer in bed te krijgen.

Rio Ferdinand maakte zich ook zorgen over zijn kinderen. Hij vond het ook moeilijk om met de kinderen over de dood van hun moeder te praten. Heel herkenbaar. Je vraagt je voortdurend af; ‘hoe voelen ze zich nu?’, ‘waar zijn ze met hun gedachten?’, ‘zijn ze nu echt blij, of doen ze blij?’, ‘is dit pubergedrag, eigen gedrag of verdriet?’ Je wilt het graag weten, maar als je er naar vraagt blijft het antwoord vaak ontwijkend of ontkennend. Je zoekt een manier waarop de kinderen zich kunnen uiten. Ze praten namelijk in herinneringen en niet over gevoelens. Rio bespreekt het voor me met zijn therapeuten.

In de volgende scene schuift hij aan tafel, in zijn hand een grote pot, een ‘Mummy Memory Jar’. Samen met zijn kinderen schrijft hij herinneringen aan zijn vrouw en hun moeder. Het kan van alles zijn; haar lievelingseten, haar lievelingsband, een tekening, een grappig voorval of een gedichtje, alles is goed. De briefjes gaan in de pot zonder deksel. Een pot waarin je altijd kan teruggrijpen naar mooie herinneringen van mama. Telkens als je iets bedenkt, schrijf je een briefje. En als je een keer verdrietig bent of mama mist, dan pak je een briefje om wat herinneringen op te halen. Ik liet me inspireren.

Sinds september 2017 pronkt een grote glazen pot plechtig op onze eettafel. Hij zit vol verkleurde kleurige briefjes. Onze gezamenlijke tijdpoort naar het verleden. De papiertjes wachten geduldig op een 9-jarige, 14-jarige of zelfs 16-jarige grijpgrage kinderhand. Dat gebeurt met regelmaat en meestal tijdens een maaltijd. Dan lezen we wat briefjes aan elkaar voor en raden wie ‘m geschreven heeft.

  • ‘mama noemde me catotepootje’
  • ‘Wat doen we met het eten?’ ‘Opeten!’ was dan altijd haar antwoord.
  • ‘Mama zij altijd ‘aan tablé!’
  • ‘De kerstboom van mama stond altijd op 6 december, dan was het tijd voor Mariah Carey en Wham.’
  • ‘toen ik mijn neus bewog moest ze altijt lache.’
  • ‘haar lach was heel hart!’
  • ‘mama is de allerliefste!’

Veel nieuwe briefjes worden er niet meer geschreven. Maar elke keer als we de briefjes voorlezen, brengt het een glimlach op onze gezichten en Claar een beetje terug. Ik weet niet of Rio Ferdinand zijn ‘Memory Jar’ ook nog heeft staan of met enige regelmaat doorneemt, maar ik dank hem dat ik dit bij hem mocht afkijken. Zo’n pot met herinneringen geeft handen en voeten aan een plek voor het ingetogen verdriet van kinderen, die hun moeder zielsveel missen en tegelijk hun vader proberen te ontzien.

Dikke vette mist

Ik zit achter bloemen - heel veel bloemen. Mijn tafel staat er helemaal vol mee. Zelfs op de grond staan vazen met imposante boeketten. De geurig, kleurig en heel aanwezig staan in stil contrast met mij: grauw en grijs en afwezig. ‘Keukenhof of corso’, schiet het door mijn hoofd. De lokale bloemist is er kneiterdruk mee. ‘Zeg het met bloemen’, bedenk ik me. Ik vind het een zinloze weelde. Gelukkig zijn er mensen om de stelen schuin af te knippen. Mensen die het snappen, die stilletjes Chrysal toevoegen voor de houdbaarheid en een mooi plekje vinden in de Floriade in mijn huiskamer. Mensen die je op het juiste moment even laten en doorpakken als het nodig is.

Het is best druk in de kamer. Mensen lopen in en uit. Er wordt druk overlegd, maar het gaat allemaal een beetje langs me heen. Ik ben niet gedachteloos, maar mijn gedachten zijn te ver weg, verborgen in  een dikke vette mist. Haast ondoordringbaar. Het is een dichtgetrokken gordijn dat mijn hersenen beschermt tegen mijn gedachten. Het licht blijft buiten, ik zit graag in het donker. Het geeft me rust, het is een kussen om in weg te zakken. Ik blur, en dat wil ik eigenlijk ook graag. Ik wil niet zijn, ik wil weg: ‘laat me maar even, dit etmaal, deze week of deze maand!’. Het kan alleen niet. Verstoppen kan niet voor de kinderen en ook niet voor mijn verplichtingen. Het is nog niet af. We moeten nog afscheid nemen. Aan mijn oppervlakte drijven wat lege overpeinzingen; ‘welke dag is het eigenlijk vandaag?’, leuk al die bloemen, maar wat doe ik er straks mee?’, ‘de kat moet nog eten zo’, ‘wat is een beetje een acceptabel tijdstip om mijn eerste wijntje in te schenken?’, ‘hoe lang duurt deze dag nog?’ en ‘heb ik al gedoucht?’.

De aanwezigen vormen een committee. We plannen de crematie van Claar. Komende donderdag is de crematie. Bloemen komen en mensen komen én gaan. Er moet een boel gebeuren en ik zit aan de hoek van de tafel, in mijn herinnering, de hele dag. Het valt me op en tegen dat mensen tegen me blijven praten. Over Claar, over gevoelens, over eten, over vakantieplannen, over koeien, over bloemen, over kalveren. Zien ze niet dat het totaal niet binnenkomt? Dat ik niet wil, dat ik weg wil? Dat ik apathisch en plichtmatig antwoord geef vanuit mijn onderbewustzijn?

Waar ik wel scherp op ben? Op kaarten, kist, sprekers, foto’s, gastenlijst, locaties, auto’s, placeren, volgorde, kinderen, rollen, route, catering, kleding, toespraak, budget en muziek. Ik heb een lieve vriendin van Claar gestrikt om regie te voeren. Zij schakelt voor mij met de twee dames uitvaartbegeleiders. Ik hoef alleen maar beslissingen te nemen. Het leven draait niet meer om overleven, maar om overlijden… Wat wil je, Wouter? Wat wil je voor de kinderen? Wat wil je voor de familie? En wat wilde Claar? En ging het afgelopen jaar nog voornamelijk over Claar, nu gaat het om iedereen. Zelfs om de mensen die op vakantie zijn. Het is passen, meten en soms creatief zijn. Ik overweeg, bedenk en beslis en zak dan weer resoluut terug in de veilige, dikke mist waar ik naar verlang.

Er zijn twee uitvaartbegeleiders, twee dames, die heb ik via-via aangenomen een uur na het overlijden van Claar. Ik zou graag willen zeggen dat het ‘meteen goed voelde’ en er ‘een goed gesprek aan vooraf ging’, maar dat weet ik niet meer en ik betwijfel of we zo’n gesprek hebben gehad en of het me echt interesseerde. Het moest gebeuren en ik kon het niet alleen. In de wekelijkse advertentie van de lokale krant van Bunnik lachen de regionale uitvaartbegeleiders je begrijpend toe. Met teksten als ‘een uitvaart met persoonlijke aandacht’, uitvaartzorg op maat’, heeft u al nagedacht over uw uitvaart?’, de ceremonie van je leven’, met respect, zorg en persoonlijke aandacht’, ‘blijft in de kantlijn’ paaien ze nabestaanden. Zouden achterblijvers echt verschillende gesprekken voeren om zich te verzekeren van de aller-allerbeste uitvaartbegeleiding? Dan heb ik ze liever via-via.

Ik sprak ze onlangs, mijn uitvaartbegeleiders van Rooshert. Ik liep ze onlangs tegen het lijf. Ik herkende ze niet meteen (sorry). Pas na een paar verkennende vragen en antwoorden viel het kwartje. Het werd een leuk gesprek. Claar had een prachtige uitvaart. Niet geheel vlekkeloos, maar wel echt heel speciaal. En het was mooi om er nu gezamenlijk even kort op terug te kijken, op de dienst, op het verhaal, op de keuzes. Het voelde vertrouwd om er nu grapjes over te maken en er samen om te kunnen lachen. Vreemd genoeg maakte dit toevallige gesprek me bewust dat ik een wezenlijke behoefte had aan zo’n terugblik.

Dus '(sorry)'? Nee, eigenlijk niet. Het is een juist compliment dat je ze bent vergeten omdat je zelf grauw en grijs en afwezig bent. Het zijn de mensen die om je heen werken, die begrijpen dat je niet kan denken, omdat je mistig, leeg en onwetend bent. Dat je even 'overmand' wilt worden door mensen die het wél begrijpen, die zin van zinloos maken en die gaan bewegen als alles stil lijkt te staan. Op zo’n moment gaat het om mensen die je op het juiste moment even laten en doorpakken als het nodig is. Simpel, overzichtelijk en fijn. Er is veel langs me heen gegaan de week van de crematie. Ik zocht houvast. En kennelijk nog steeds. En dat maakte de ontmoeting met mijn uitvaartbegeleiders zo bijzonder. Het was een bevestiging, evaluatie en nazorg, zonder de dikke vette mist van toen. Dat is wat ik nodig had: teruggrijpen en begrijpen. En dat is wat zo’n kort gesprek allemaal met je doet. Dus dames; een aanrader en wéér goed gedaan! 

Opruiming - 29 september

En daar zit je dan. Met chaos in je hoofd en met drie kinderen in je huis. Kinderen die liefde, ruimte, regelmaat en aandacht nodig hebben. Hoe pak je het aan? Hoe krijg je het geregeld? Zelfs met Claar erbij hadden we soms al moeite om het drukke huishouden vorm te geven en nu zit ik hier met een torenhoge verantwoordelijkheid voor drie kinderen, een kat, een huishouden en niet in de laatste plaats voor mezelf.

Wat doe je dan als eerste? Hoe biedt je de chaos in je hoofd het hoofd? Mijn antwoord; Opruimen! Weg met alle zooi! Elk vrij moment dat ik had, ging ik opruimen. Keukenkastjes heb ik leeggemaakt, herindelen en een lap er doorheen. Nuttig, maar het lucht niet op. Dus snel nog meer opruimen; de voorraadkast uitgemest, de gangkast leeggemaakt en alle overdata eruit, de kast in de woonkamer aangepakt, de ontplofte kledingkasten van de kinderen geschikt en die ene la vol met troep (bij ons zijn dat er trouwens drie) weer keurig gemaakt. De enige kast die geen beurt kreeg was de kledingkast van Claar, die moest precies zo blijven als ie was.

Ik had bedacht dat ons leven zonder Claar gewoon door moest gaan. Ik had het Claar beloofd en ik hield krampachtig vast aan de opdracht die ik mezelf had opgelegd. Ik wilde alles heel goed doen, haast perfect doen. En alles moest dus gewoon doorgaan: we blijven sporten, we gaan naar school en naar het werk, ik coach JC1 nog steeds, ik blijf in de barcommissie en bij de kookclub. Ik had ook bedacht dat we het allemaal zelf moesten kunnen. Hulp van buitenaf riep ik een halt toe. Kinderen zijn verantwoordelijk voor school, daar jaag ik niet achterna. Ik werk en regel het huishouden. Geen ‘lasagnes meer aan de deur’, de kinderen gaan helpen koken. Lucas kookt op maandag en Max kookt op woensdag, elk een dag in de keuken, ook handig voor later. Zonder hulp van buitenaf kon ik goed zien waar gaten zouden vallen en daar zou ik dan op kunnen schakelen. Dat was het idee.

En zo leefden we in een schoon en opgeruimd huis, keurig allemaal. In een familieagenda plotten we werken, leren, sporten en alle andere activiteiten om de structuur te krijgen waar ik zo’n behoefte aan had. Er was ruimte voor verdriet, als het er was, maar verder niet. Gezin De Kleyn ploertte voort en voort en als iedereen gezond was en zich aan de agenda hield, was ik tevreden: ‘we doen het best goed.’ Maar een kind ziek thuis of met tegenvallende schoolresultaten voelde als een persoonlijk falen. Net als de talloze kapper-, tandarts, fysioafspraken die ik heb gemist. Het gebeurt me nog regelmatig en dan kan ik heel boos op mezelf worden. Alles moet op rolletjes en dat lukt natuurlijk niet, dat lukt in geen enkel gezin.

Trouwens, leuk bedacht dat de jongens gaan koken, maar daar kwam ook niet veel van terecht. Het is waarschijnlijk te wijten aan mij gebrek aan geduld, maar ook aan de desinteresse van de jongens. Het begon altijd met stevig tegenstribbelen en als ze dan uiteindelijk aan de slag gingen mondde het al snel uit in: ‘pap, kun je nog een keer voordoen hoe je een ui snijdt?’ - maar dan bij elke ui, prei, paprika of courgette. En als het even kon, drukten ze hun snor, dan hingen zij op de bank en ik boven de pannen. Ik heb De Kleyne fijnproevers ook nooit echt kunnen betrappen op en prijsbewuste keuze in de plaatselijke Albert Heijn, maar er was altijd genoeg snoep en chips in huis.

Onderling ging het ook niet altijd even florissant. Veel ruzie en onbegrip, alles moest immers goed en snel van mij. Alles in mijn tempo. Dat tempo kon ik eigenlijk niet verlangen van kinderen van 7, 12 en 14 jaar oud. Dat wekt frustraties op. Dus moesten we om tafel, Max’ idee. ‘Hoe gaan we nu met elkaar om en wat kan er beter?’ De kinderen liepen alle drie leeg op het vel papier waarop ik notuleerde. We hadden afgesproken dat ik met een paar heldere omgangsregels zou komen, zodat we elkaar daar op konden aanspreken. Nou, die hebben we:

  • We zijn lief voor elkaar
  • Als we iets afspreken, doen we het
  • We zijn eerlijk tegen elkaar
  • We werken samen, delen en ruimen op
  • We vragen het als we iets pakken
  • We doen de WC-bril omhoog
  • We doen eerst iets wat we moeten doen, dan kunnen we daarna iets doen wat we willen doen
  • We laten geen scheten waar anderen bij zijn
  • We laten elkaar uitpraten

Deze stelregels sieren sinds 2017 ons schrijfbord in de huiskamer. In het begin sprak ik de kinderen er nog op aan, maar steeds minder verwijs ik naar het bord. Catho is eigenlijk de enige die de jongens er nog op aanspreekt, maar dat lost haar schetenprobleem niet mee op, het blijven jongens.

We zijn nu een paar jaar op weg. De band met mijn kinderen is gegroeid, verdiept. Ik voel me meer een ouder mét de kinderen dan een ouder ván de kinderen. Het huis is nog steeds best netjes, maar alle kasten zijn weer een zooi. Als het goed gaat, gaat het goed. Er is ruimte voor verdriet, als het er is. Het lijkt soms net of we het allemaal prima voor elkaar hebben. Maar nog geregeld betrap ik me op boosheid en frustratie omdat het niet lukt, omdat het niet goed genoeg gaat, omdat we dan toch nog niet zo ver zijn. Wil ik te graag? Wil ik het achter me laten? Weg bij de chaos in mijn hoofd? Ik denk het, en misschien wel tegen beter weten in. Gelukkig kan ik altijd nog wat gaan opruimen.

Knooppunt Holendrecht - 15 september 2019

Op 30 juni 2016 kreeg Claar haar terminale diagnose. Strijdbaar bood ze haar ziekte het hoofd om haar leven te rekken, maar hoe lang je dan gegeven is weet je niet. Het bleek een jaar en twintig dagen te zijn. Ruim de tijd om jezelf en de kinderen voor te bereiden op het ergste, zou je denken. Ja, dat zou je denken.

We hebben er natuurlijk veel over gesproken hoe het verder moest zonder haar. We hebben gesproken over psychologische steun voor de kinderen. Over de nalatenschap, over opvoeding, over kwaliteit van leven, over geld, over haar zorg voor haar ouders, over de volgende vakantie, over mijn carrière, over muziek bij de crematie, over hoe verder, over palliatieve sedatie, over haar bucketlist – die ze niet had, over een nieuwe partner voor mij, over onze mooiste herinneringen, over verlangens, over angst, over wat we aten die dag, over vertrouwen, over de dood.

Ik probeerde me wel eens voor te stellen hoe het zou zijn als ze er niet meer zou zijn. Als ze dan de krant aan het lezen was, stelde ik me de situatie voor zonder Claar en zonder dat dampende glas kamillethee, alleen de opengeslagen krant. Ik zag het beeld, maar voelde de leegte niet. Dat kon ik toen nog niet. Of dat ik alleen in bed zou liggen, zonder Claar naast me. Ik staarde dan in het donker naar het plafond, me toch heel bewust van haar rustige ademhaling naast me. Het lukte me niet om haar weg te voelen.

Het is niet vooraf voor te stellen. Die indringende leegte kwam pas later en die kwam keihard binnen. Toen ik op de dag van haar overlijden het ziekenhuis verliet, had ik mijn drie kinderen in de auto. We waren allemaal stil. We voelden de stilte, maar niemand durfde haar te doorbreken, bewust van de ontbrekende passagier. Op dat moment bedacht ik me welke conversatie ik met Claar zou hebben gehad op de terugweg. ‘Die dokter, die later kwam, wat kwam hij nou precies doen? En waarom moesten we daar zo lang op wachten? En heb je trouwens de schoenen gezien die hij aanhad?’ Gewoon een simpel gesprek tussen twee volwassen. Het kon niet meer, nooit meer en dat had ik niet voorzien. Ik barste in tranen uit, vlak na knooppunt Holendrecht op de linkerbaan van de A2.

Het was een eerste keer van ontelbare momenten die daar nog op zouden volgen. Ik had nooit bedacht of me voorbereid op het verdriet dat ik zou voelen, wetende dat ik haar nooit meer zou spreken. Zoiets wezenlijks, nooit aan gedacht. Een vreemde gewaarwording voor een man die al ruim een jaar bezig is met afscheid nemen. Terugkijkend, denk dat de zorg voor Claar, de kinderen en het huishouden met heel erg in het moment hield. Ik was de hele tijd bezig om alles aan de praat te houden; werken, scholen, sporten, wassen, koken, zorgen en zoveel mogelijk leuke dingen doen. Ik was veel te druk om te beseffen, om te voelen. Ik was te druk om vooruit te kijken - of misschien te bang om vooruit te kijken?

Wil je reageren of aanmelden voor nieuwe updates? Stuur dan even een email naar wouter@updateclaar.nl.

 

Vluchtgedrag - 1 september 2019

Ik wil bij het begin na het einde beginnen, maar waar is dat eigenlijk?  De crematie? Het moment van overlijden? Dat voelt nu nog te intens en te persoonlijk en we beginnen pas net. Beginnen begint gewoon met doen, denk ik. Nou, bij deze!

Voor de nieuwe insteek van updateclaar geloof meer in frequentie dan chronologie. Ook Claar schreef haar update met regelmaat. Zij berichtte steeds over haar afgelopen week. Ik geef mezelf wat meer ruimte in mijn blogs. Elke twee weken zal ik u berichten, maar de onderwerpen staan vrij, goed?

Ik begin graag met een column voor de krant ’t Groentje – Bunniks Nieuws die ik daags na de crematie heb geschreven. Het was juli 2017 en ik vond het belangrijk dat we, ondanks alles, op vakantie zouden gaan. We waren zo druk geweest met afscheid nemen, dat we weg wilden. Ik wilde niet meer thuis zijn. Het voelde er leeg en alleen. Ik wilde warmte en afleiding voor de kinderen. Het huis uit, ontsnappen uit het donker, op zoek naar zon. We zouden er een leuke tijd van maken. Tegen beter weten in, dat wel. Zo ontstond de onderstaande column ‘Kleyne Lettertjes:

Vluchtgedrag

Bunnik voelt leeg aan. Het lijkt wel of iedereen weg is en dat is ook wel een beetje zo. Carla en Michiel zijn op Corsica, Emmy en Frank in de States. Carien en Harry zijn in Thailand, Wouter wandelt door de Pyreneeën en een andere Wouter bezoekt Wenen. Ik zie foto’s van lachende mensen met glazen bij zwembaden. Ze lachen me toe en proosten op het leven. Allemaal op reis, de sleur ontvluchten. 

Geen praatje met bekenden in de Albert Heijn, de paden vullen zich met vakantiegangers uit eigen land, en met Duitsers en Polen, hoewel die laatsten misschien vanaf de camping een woninkje afstucen. Ze vergapen zich aan onze heerlijke kazen. Een praatje maken zit er niet in, ze kijken enorm van zich af en mijn Pools is gewoon niet zo goed.

Een paar winkels in de Dorpsstraat laten aangepaste openingstijden zien of zijn zelfs een weekje dicht. De Dorpstraat waar jij pas nog liep. Ik sta voor dichte deuren. Verdorie, wat onhandig! Ik moet nog wat zaken voor je regelen, maar dat kan nu niet. De enige die me uitkomst biedt is de Mitra, maar een vlucht in drank biedt slechts tijdelijk soelaas en dan moet ik weer ontwennen met de keiharde realiteit.

Ik zie je nog schuifelen door de straat. Mensen van twee keer jouw leeftijd haalden je in. Veel te jong voor een rollator, maar ook veel te jong om alleen maar thuis te zitten. ‘Even een frisse neus halen, en kaas op de markt’, zei je dan. Je was jaloers op de hardlopers die we tegenkwamen. ‘Zal ik dat ooit weer kunnen?’ vroeg je me. ‘Tuurlijk’, loog ik dan. Die verdomde rotziekte! Nu zou ik je graag weer even zien schuifelen, dat had ik toen tenminste nog.

Bunnik voelt leeg aan. In mijn agenda verschijnt een notificatie van onze vakantie. Ik ben al een lijstje aan het maken van de dingen die mee moeten; paspoorten, opladers, zwembroeken, noem maar op. De kinderen moeten hun eigen koffer pakken, voor het eerst. Ik vertrek, maar voor mij is het vluchtgedrag. En ik ben heel erg bang dat ik de leegte op mijn reis niet kan ontvluchten met deze vakantie. Dag lieve Claar!

En dat is het dan. De kop is er af. Wil je reageren of aanmelden voor nieuwe updates? Stuur dan even een email naar wouter@updateclaar.nl.

Opmerkingen

Ingrid

21.05.2022 00:53

Ben der stil van geworden en soms stilletjes geweend, Da mag toch?

Ivonne Westerman

24.01.2022 12:48

Wauw wat een kracht. Pluk de mooie dagen, maar de mindere mogen er ook zeker zijn.

Carla amoureus

25.10.2021 17:00

Mooi geschreven…
Je doet het goed…. Sterk en een mooie krachtige man…

Frederique

22.10.2021 23:33

Hoi Wouter,
Het is zo herkenbaar wat je schrijft. Dank je wel dat je jouw ervaringen op papier zet. Het maakt dat ik minder het gevoel heb alleen in dit schuitje te zitten. Groet, Frederique

inger

21.09.2021 16:33

Kippenvel. Liefs, inger😘

Sigrid

19.09.2021 07:16

Hej Wouter!Heel indrukweķkend om te lezen.Mijn man ook in 2017,na 3 weken ziekenhuis en dan ben je geemigreerd naar Zweden.Je komt terecht in een nachtmerrie.sterkte!groeten uit zweden.

Ingrid ots

28.08.2021 03:07

Zo herkenbaar elke zin, elk woord. Ik voel de pijn, de boosheid, de onmacht. Het raakt me. Mijn man verloren vorig jaar mei. Hij 59, ik 53. Het is loodzwaar. Respect voor jullie.

Bouke

23.08.2021 18:19

Damn!!! Zoooooo herkenbaar. Mijn vrouw in december 2020 na 10 jaar ziek kwijtgeraakt. Oudste van 17 nu naar Erasmus en ik blijf met de jongste van 13 alleen op Texel. Pfffff ...

Sjoukje

29.11.2019 08:33

Goh Wouter, wat pen je het goed op!!
Kwetsbaar en sterk! Lieve groeten voor jullie.

Mini Tempelman

11.11.2019 07:45

Je weet me steeds weer te ontroeren!

Wendy

10.11.2019 20:51

Claar zit vast daarboven met een bloody mary te bedenken hoe geweldig trots ze op jullie allevier is. Het blijven cliché opmerkingen, ik weet het, sorry! Ik vind je een topper!! Liefs

Mieke Graas

28.10.2019 16:14

Dat idee ga ik zeker mee nemen, Wouter.
Groeten aan Max, juf Mieke

Max

22.10.2019 17:34

Hoi hoi
Je hebt hier een trotse zoon

Anne Margriet & Lisette

17.10.2019 19:12

Lieve Wouter, voor ons is het zo goed en fijn en ontroerend dat we elkaar tegen kwamen. Dat we samen wijn dronken en in de kroeg een soort nagesprek hadden. Dank! En wat doe je het goed. Lieve groet

Frits

15.10.2019 08:00

Poeh, wat intens. Ik heb diepe waardering voor je. Keep strong. Frits.

Cilesta

14.10.2019 22:01

Lieve Wout! Jij bijzonder man-mens. Ik ben dol op je, denk aan je en stuur je alle liefs😘. XC

Jeroen Mars

01.10.2019 05:44

Mooi Wouter en jouw zorg zal op termijn door jouw kinderen op waarde worden beoordeeld. Jouw inspanningen zijn bepalend voor het delen als gezin.

Birgit

29.09.2019 20:57

Jeetje wouter, wat heftig. Je mag trots zijn op jezelf en je prachtige kids! Veel liefs, Birgit

Pim

23.09.2019 12:36

Wouter, ik leef met je mee, voor wat dat waard is,
groet,
Pim (collega)

Martijn

20.09.2019 14:04

mooi stuk , die laatste. fijn dat je het zo enigzins van je af kan schrijven...

Eva Deirkauf

17.09.2019 22:50

Wat goed dat je zo verder gaat. Afscheid nemen is zó pijnlijk, maar de leegte die je eerst in jezelf voelt, zal beetje bij beetje gevuld worden met fijne herinneringen.
veel liefs, Eva

Max

17.09.2019 10:13

❤️❤️❤️❤️❤️❤️❤️

Meest recente reacties

20.07 | 19:42

We staan niet altijd stil bij het woord ‘samen’, maar het is een groot gemis, als ‘samen’ uit je leven is. Dank voor je schrijven. Het helpt me. Ik vergeet nooit 2013.

20.07 | 17:59

Beste Wouter en kids, 5 jaar zonder jullie Claar, wat een gemis, mooie herinneringen aan Claar worden gelukkig vaak gedeeld. 🙏 Harry en Carien nu uit Zeist

20.07 | 08:47

Poeh wat een naar lustrum.. Al veel te lang zonder lieve Claar. Een super trouwe vriendin was ze en heel grappig. Als we elkaar zagen, pakten we de draad zo weer op. zoveel leuke herinneringen!

20.07 | 08:47

20 juli... Op Claar en op het leven!
Liefs, Karin

Deel deze pagina